Tunnelvisie wordt beschreven als een psychologisch proces dat individueel,
maar ook als groepsproces kan optreden.
‘Zodra we iets wensen te geloven, zien we plots alle argumenten die dit
ondersteunen en worden we blind voor de tegenargumenten’ (George
Bernard Shaw)
Vooringenomenheid ligt snel op de loer en vervolgens is er de menselijke
neiging om vooral te zoeken en te kijken naar informatie die deze
vooringenomenheid bevestigt en eveneens de neiging om minder bruikbare
of ontlastende informatie te negeren of te bagatelliseren (Dror 2008). Er
ontstaat confirmatiebias. Dit geldt des te meer wanneer iemand onder druk
staat. Dan is het denkproces minder gedifferentieerd en als er dan één
plausibele verklaring gevonden wordt, wordt er vaak gestopt met
analyseren. Daarbij komt: des te meer ervaring en kennis van zaken, des
te sneller ontstaat de neiging om overtuigd te zijn van de juistheid van die
analyse (Van der Vurst 2007).
Het blijkt vrijwel onmogelijk te zijn om tegelijkertijd meer dan zeven
brokken informatie te verwerken. Door de psycholoog George Miller is in
de zestiger jaren van de vorige eeuw onderzoek gedaan naar de
hoeveelheid informatie die je in je bewustzijn kunt vasthouden. De uitkomst
is wat onder psychologen ‘het magische getal 7 plus of min 2’ genoemd
wordt. Zeven brokken, plus of min twee, informatie.
Daarnaast speelt de omstandigheid dat wanneer de hoeveelheid informatie
toeneemt, de kwaliteit van bewust nadenken snel afneemt omdat de
capaciteit overbelast wordt. (Dijksterhuis 2007 en Khalsa 2004)
Er moet dus informatie geselecteerd worden. Kijk maar naar de illustratie
hierboven. Je moet de informatie selecteren, want je kunt niet EN de jonge
vrouw EN de oude vrouw tegelijkertijd bewust waarnemen.