TGOzakenalskader_img1.gif 3. TGO zaken als kader
'Daily Build Up' Hypothesen en scenario’s in de opsporing: reconstructie in plaats van voorspellen Twee praktijkvoorbeelden
Als een levensdelict of een ander ernstig delict gemeld of ontdekt wordt,  bijvoorbeeld een ontvoering of verkrachting, dan treedt de TGO-regeling in  werking. Een Team Grootschalige Opsporing (TGO) wordt gestart en kort na  de  melding staat er een team van rechercheurs klaar om het delict te  onderzoeken.  Deze rechercheurs hebben ieder een eigen specialiteit, staan  onder leiding van een  tactisch leidinggevende en diverse projectleiders. De  factor tijd blijkt in dit soort  zaken cruciaal te zijn. Hoe sneller de opsporing  start, des te eerder en des te  groter de kans op het oplossen van de zaak.
Snelheid heeft drie belangrijke redenen. 
De belangrijkste reden om snel ter plaatse te gaan is hulpverlening. Er kan  dan  tevens een inschatting gemaakt worden van de benodigde  hulpdiensten. Deze taak  gaat vóór de opsporing. De tweede reden om te  reageren is dat op de plaats delict  meestal veel informatie gevonden kan  worden, in de vorm van sporen en getuigen.  Hoe eerder getuigen,  waaronder ook een slachtoffer, gehoord kunnen worden des  te beter de  informatie. En hoe sneller technische sporen beoordeeld en veiliggesteld  kunnen worden, hoe beter de resultaten. De derde reden om vlot te  reageren is de  mogelijkheid om onmiddellijk op de verkregen informatie te  reageren, waarbij de  verdachte spoedig kan worden aangehouden.  Onderzoek wijst uit dat daders  doorgaans óf snel óf niet worden  opgespoord (De Poot et al. 2004: 33). De Poot  et al. onderzochten een  aantal misdrijven en kwamen tot de volgende opsomming  (De Poot et al.  2004: 34, tabel 2.2):
Invloed van snelheid ter plaatse gaan door de politie op identificatie van  dader (in  procenten)
 
 
Korter dan een half uur
Langer dan een half uur
Verdachte aangehouden  in omgeving plaats delict
  41
  4
Verdachte geïdentificeerd  met  opsporingsonderzoek
  20
  24
Geen verdachte  gevonden
  39
  72
Totaal
100 %
100 %
Aantallen
376
908
De Poot et al (2004: 50) maken in Rechercheportret een onderverdeling in  soorten zaken. Zij benoemen vier categorieën te weten: 
  • Klip-en-klaarzaken
  • Verificatiezaken
  • Opsporingszaken 
  • Zoekzaken
TGO zaken vallen over het algemeen onder de noemer  ‘Zoekzaken’. Dit zijn  zaken  die niet ter kennis van de politie komen in de vorm van een  getuigenverklaring over  wat er is voorgevallen. Dit zijn zaken waarin het  verhaal over wat er gebeurd kan  zijn in het opsporingsonderzoek  achterhaald moet worden. Dit scenario speelt  vooral als er óf geen contact  geweest is tussen het slachtoffer en de verdachte, óf  dat het slachtoffer  geen verklaring af kan leggen. Bijvoorbeeld in geval van moord,  doodslag of  vermissing. 
De start van een TGO is een hectische aangelegenheid, ook al wordt de TGO   regeling gevolgd. De situatie op en rond een plaats delict (PD) is in de  meeste  gevallen ook een roerig en stressvol proces. Vanaf het moment  van ontdekking  staan de eerst aanwezigen op de PD onder druk, wordt het  ‘circus’ opgestart via  het waarschuwen van de Forensisch technische  afdeling, het informeren van de  districtsleiding, divisieleiding die een TGO  opstart en een proces waarbij de  korpsleiding en het Openbaar Ministerie  ook betrokken worden. In het huidige ‘post- Posthumus’-tijdperk wordt ook  meteen een systematiek van ‘Tegenspraak’ in het  leven geroepen. Tevens  vormen de media een belangrijke factor die voor de  opsporing, maar ook  voor het imago van het desbetreffende regiokorps, druk  oplevert en de  tijdsdruk op het TGO doet toenemen. Journalisten gaan getuigen  proberen  te vinden en het is van belang dat het opsporingsteam de getuigen  eerder  spreekt dan het journaille.
Op enig moment, meestal tussen de 48 en 72 uur na de ontdekking, zal de  hectiek  omgevormd zijn tot een projectmatige aanpak, inclusief projectplan  en plannen  van aanpak. Het proces van strategievorming is dan weer  vergelijkbaar met een  projectmatig opgestart opsporingsonderzoek.
Om tijdwinst te behouden en deze uit te buiten is het van belang om kort na  de  ontdekking onderzoekslijnen te benoemen en vervolgens te  onderzoeken. Om te  komen tot onderzoekslijnen is het belangrijk om te  werken met hypothesen en  scenario’s. Meteen starten met  hypothesevorming en scenariodenken levert de  eerste gefundeerde  onderzoekslijnen op. Met die eerste benoemde en vastgelegde  onderzoeksrichtingen start het rechercheren.