![]() De tweede onzekerheid betreft de vraag hoe onze
samenleving zich ontwikkelt in de periode tot 2024. Gaan we naar
een samenleving waarin wordt verwacht dat ieder voor zichzelf zorgt
en hiertoe ook in staat is? Of ontwikkelt zich een moderne variant
van de zorgzame samenleving met een rol voor de overheid en nieuwe
collectieve verbanden?
Deze onzekerheid is de horizontale as van het
assenstelsel. Aan het ene uiterste staat het toekomstbeeld van een
maatschappij waarin de individualisering zich voortzet en er een
mentaliteit heerst van ‘ieder voor zich’. Daar
tegenover staat de maatschappij waarin er nieuwe collectieven zijn
en mensen zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen.
In de vergaand geïndividualiseerde
maatschappij ontbreekt de gemeenschapszin en voelen burgers zich
niet verantwoordelijk voor hun omgeving. Er is weinig vertrouwen in
instituties. Burgers accepteren het gezag van de overheid niet meer
vanzelfsprekend. De overheid mist de aansluiting met de burgers.
Onderlinge solidariteit is verdwenen. De samenleving krijgt vorm
door competitie en het vrije spel van de markt. In deze samenleving
worden bevolkingsgroepen uitgesloten.
Daar tegenover staat de maatschappij waarin
mensen zich samen voelen en vertrouwen in elkaar hebben. Er zijn
nieuwe collectieven ontstaan waarin mensen voor elkaar zorgen of
gemeenschappelijk zaken regelen. De overheid heeft een
coördinerende en uitvoerende rol. Het is een inclusieve
maatschappij, waarin plaats is voor iedereen.
Deze vier scenario’s zijn niet bedoeld om
de toekomst te voorspellen, maar een hulpmiddel om samen een
voorstelling te maken van de toekomst, hierover van gedachten te
wisselen en te bepalen welke personeelsontwikkeling robuust is en
welke richtingen onzeker zijn. Daarmee zijn de scenario’s een
manier om vanuit een brede horizon te kunnen anticiperen op
verschillende toekomstbeelden. De scenario’s zijn vooral een
hulpmiddel bij de het opstellen van de kwantitatieve strategische
personeelsprognose.
|
||||||